Leeftijdsdagen, seniorenverlof
In de cao worden aan oudere werknemers naast de reguliere vakantiedagen ook vakantiedagen toegekend op grond van het bereiken of bereikt hebben van een bepaalde leeftijd, de zgn. leeftijdsdagen. Deze leeftijdsdagen worden ook wel aangeduid als seniorendagen of seniorenverlof.
Leeftijdsdagen
De afspraken over leeftijdsdagen verschillen per functiegroep.
Afspraken over leeftijdsdagen/seniorenverlof zijn in de cao opgenomen in de volgende artikelen:
Functiegroep BTU: artikel 11.5 lid 2
Functiegroep DU: dienstjarendagen in artikel 12.6 lid 2 sub a t/m c; leeftijdsdagen in artikel 12.6 lid 2 sub d
Functiegroep DJ: artikel 13.10 lid 3
Functiegroep PUOP: artikel 14.4 lid 4
Functiegroep VAK: artikel 15.4 lid 2
Functiegroep HAH: artikel 16.10 lid 4
Opbouw leeftijdsdagen
Het aantal seniorendagen verschilt per functiegroep, maar de achterliggende systematiek van de toekenning ervan is echter overal gelijk.
Als voorbeeld volgt hierna de toekenning van seniorendagen voor de functiegroep BTU (artikel 11.5.2). Daarin is bepaald dat in aanvulling op het bepaalde in artikel 5.4 1 van de cao geldt dat de werknemer
- die de 50-jarige leeftijd heeft bereikt per vakantiejaar recht verwerft op 1 extra vakantiedag met behoud van salaris;.
- die de 55-jarige leeftijd heeft bereikt per vakantiejaar recht verwerft op 2 extra vakantiedagen met behoud van salaris;.
- die de 60-jarige leeftijd heeft bereikt per vakantiejaar recht verwerft op 3 extra vakantiedagen met behoud van salaris.
Dat betekent dat bij het bereiken van de 50-jarige leeftijd de oudere werknemer per vakantiejaar recht heeft op één extra dag verlof. Bij het bereiken van de 55-jarige leeftijd komt daar per vakantiejaar één dag bij, zodat voor de 55-jarige werknemer in totaal een extra verlofrecht bestaat van twee dagen t.o.v. het aantal dagen dat de cao standaard toekent. Er komen op dat moment geen twéé dagen bij per vakantiejaar, zoals ten onrechte wel wordt verondersteld. Bij het bereiken van de 60-jarige leeftijd komt er per vakantiejaar weer een dag bij, zodat voor de 60-jarige werknemer op dat moment een extra verlofrecht bestaat van in totaal drie dagen per vakantiejaar t.o.v. het aantal dagen dat de cao standaard toekent. Er komen niet bij het bereiken van de 60-jarige leeftijd nog eens drie dagen per vakantiejaar bij.
Wijze van toekenning
In de regel worden de extra dagen, de leeftijdsdagen, toegekend op het moment dat de oudere medewerker een bepaalde leeftijd heeft bereikt. Zeg maar: met ingang van zijn of haar verjaardag. Dat leidt soms tot de vraag hoe met de toerekening van het seniorenverlof vanaf dat moment (dus nog in het lopende vakantiejaar) moet worden omgegaan.
Met ingang van het eerstvolgende vakantiejaar
In de meeste gevallen spreekt de cao over het toekennen per vakantiejaar wanneer de oudere medewerker een bepaalde leeftijd heeft bereikt (dus: vanaf wanneer werknemer jarig is geweest). Vakantiedagen worden altijd toegekend bij aanvang van het vakantiejaar. Strikt genomen betekent dat dus het seniorenverlof daadwerkelijk wordt bijgeschreven vanaf het eerstvolgende vakantiejaar dat ingaat na de verjaardag van de oudere medewerker waarop het recht op het seniorenverlof is ontstaan.
Met ingang van het lopende vakantiejaar
Alleen voor de functiegroep HAH wordt door de cao bepaald dat de toekenning van het seniorenverlof al geschiedt in hetzelfde vakantiejaar waarin de oudere medewerker de door de cao genoemde leeftijd zal bereiken.
De cao verzet zich er overigens niet tegen dat voor de andere functiegroepen dan HAH op praktische gronden de toekenning van het seniorenverlof eveneens al geschiedt in het lopende vakantiejaar (het vakantiejaar waarin de medewerker de leeftijd bereikt met recht op seniorenverlof). Het staat de werkgever vrij om zo te handelen. Maar strikt genomen biedt de cao de medewerker in die andere gevallen dan bij HAH geen aanspraak op toekenning van seniorenverlof voorafgaand aan de verjaardag waarop de leeftijd wordt bereikt met recht op seniorenverlof.
Gebroken vakantiejaar
Denkbaar is ook dat de werkgever het seniorenverlof na de verjaardag van de oudere medewerker voor de rest van het lopende jaar toekent. Dat is weliswaar niet volgens de letter van de cao, maar er is ook niets op tegen. De waarde van een vakantiedag bedraagt voor de meeste functiegroepen 7,2 uur (voor de functiegroepen DJ en HAH is dat 7,6 uur). Het naar rato opdelen van dat aantal uren over de rest van het lopende jaar zal in de regel leiden tot maar toekenningen ter waarde van enkele uren.