Artikel 16.7 Aanstelling en ontslag
In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 3 van de cao gelden de navolgende bepalingen
Aanstelling van de journalist
1. De journalist wordt aangesteld door de werkgever in overleg met en op voordracht van de chef-redacteur.
Beginselen en/of karakter van het huis-aan-huisblad
2. De schriftelijke aanstelling zal onder meer het volgende inhouden:
een omschrijving van de beginselen en/of het karakter van het blad, indien de journalist daaraan uitdrukkelijk gebonden wordt;
Duur arbeidsovereenkomst met een leerling-journalist
3. Tenzij anders is overeengekomen wordt de arbeidsovereenkomst met een leerling-journalist geacht te zijn aangegaan voor de duur van de leertijd. De duur van de leertijd bedraagt ten hoogste drie jaar.
Ontslag pas na overleg met de chef-redacteur
4. Een journalist wordt niet ontslagen dan nadat overleg is gepleegd met de chef-redacteur.
Beëindiging wegens dringende reden
5. Beëindiging van de overeenkomst door de werkgever op grond van artikel 7:678 BW geschiedt niet dan na overleg met de chef-redacteur, tenzij deze, of bij diens afwezigheid zijn eventueel overeenkomstig artikel 16.16, aangewezen plaatsvervanger, niet op korte termijn kan worden gehoord.