Artikel 16.19 Ander gebruik
Ander gebruik
1. Indien een werkgever een ander gebruik - mits niet voor advertentiedoeleinden van het werk van een journalist wil maken dan voor het blad of de bladen waarvoor deze is aangesteld, mag de journalist zijn toestemming tot verder gebruik slechts onthouden:
- hetzij om redenen van principiële aard, verband houdende met het journalistieke karakter, de aard of richting van het publiciteitsorgaan;
- hetzij als de inhoud van het werk in overwegende mate wordt gewijzigd of aangetast;
- hetzij als hem geen redelijke vergoeding wordt aangeboden.
Toelichting
Ten aanzien van het begrip “redelijke vergoeding” geldt dat hierover afspraken kunnen zijn gemaakt in de individuele arbeidsovereenkomst, bijvoorbeeld bij de omschrijving van de media waarvoor de journalist mede werkzaam zal zijn, waarbij als uitgangspunt geldt dat overeenstemming is bereikt tussen werkgever en journalist. In het overleg hierover tussen werkgever en journalist kunnen de volgende aspecten onder meer worden betrokken:
- het commerciële gewin dat de werkgever heeft van ander gebruik;
- hetgeen bij vergelijkbare omstandigheden als gebruikelijk kan worden gezien binnen de sector.
Spoedeisende gevallen
2. Indien de werkgever aan de journalist een redelijke vergoeding aanbiedt, en in redelijkheid niet kan weten of vermoeden dat de journalist het in het vorige lid sub a genoemde bezwaar zal aanvoeren, behoeft hij in spoedeisende gevallen geen toestemming vooraf van de journalist.
Maatstaf voor redelijke vergoeding
3. Voor de bepaling van wat een redelijke vergoeding is wordt gelet op hetgeen bij de betrokken onderneming gebruikelijk is, voor zover dit niet te ver in ongunstige zin afwijkt van hetgeen bij andere huis-aan-huisbladondernemingen gebruikelijk is.