Vakantie en verlof uitgedrukt in dagen en in uren
Vakantie- en verlofrechten: rekenen in dagen en in uren
Het begrip “werkdag/vakantiedag” heeft een wisselende waarde in uren, die afhankelijk is van de individuele arbeidsduur (artikel 1.4 sub m van de cao) van de betreffende werknemer. Zo is de waarde van één werkdag/vakantiedag voor werknemers met een individuele arbeidsduur tot 40 uur hoger dan voor dagbladjournalisten met een normale gemiddelde arbeidsduur van 38 uur per week, of voor werknemers met een voltijd dienstverband met een normale gemiddelde arbeidsduur van 36 uur per week resp. voor werknemers met een deeltijd dienstverband. Voor al deze werknemers heeft het begrip ‘werkdag’ individueel een verschillende waarde. Een toegekende vakantiedag, uitgedrukt in uren, dus ook!
Let op: er is verschil tussen de wijze van het vaststellen van de vakantierechten (vakantie-opbouw) en de wijze van afschrijving (vakantie-opname). Dat wordt hierna toegelicht.
Vaststellen van het vakantierecht; omrekenen van de vakantieopbouw in dagen naar uren
Het toegekende vakantierecht van de individuele werknemer in dagen kan worden omgerekend naar uren als volgt:
1. Ga uit van de individuele (= overeengekomen gemiddelde) arbeidsduur per week (40, 38, 36, 24 uur of anders) .
2. Deel dit aantal uren door vijf (werkdagen). De uitkomst is de ‘nominale waarde’ van één werkdag / vakantiedag, van deze werknemer, uitgedrukt in uren. Deze nominale waarde in uren is de basis voor de opbouw van de vakantierechten van deze individuele werknemer (artikel 1.5 sub s van de cao).
3. Vermenigvuldig de nominale waarde in uren van deze werkdag/vakantiedag met het aantal vakantiedagen dat de cao toekent. De uitkomst is het individuele jaarlijkse vakantierecht, het beschikbare reservoir in vakantie-uren, waaruit de vakantieopname wordt afgeschreven.
NB. De opbouw van vakantierechten is dus afhankelijk van de individuele arbeidsduur.
De opbouw van vakantierechten heeft niets te maken met het individuele werkrooster!
Opnemen van vakantie- en verlofrechten: altijd in uren
Bij het opnemen van vakantie- en verlofrechten is wèl het individuele werkrooster van belang! Dat komt omdat bij werken in roosters de duur van een werkdag / vakantiedag per keer kan verschillen.
Dat kan met een voorbeeld duidelijk worden gemaakt.
Een werknemer met een voltijd dienstverband werkt gemiddeld 36 uur per week. Bij een gelijk over de week verdeelde vijfdaagse werkweek heeft één werk/vakantiedag derhalve een waarde 7,2 uur. Bij een vakantierecht van 24 vakantiedagen bedraagt het vakantiereservoir uitgedrukt in uren: 24 x 7,2 uur = 172,8 uur. In geval van vakantieopname wordt per dag 7,2 uur afgeschreven.
Wanneer deze werknemer zijn werkuren van 5 x 7,2 uur per week anders gaat verdelen, door bijvoorbeeld de ene week 5 dagen van 8 uur te maken en de volgende week 4 dagen van 8 uur, dan blijft zijn gemiddelde arbeidsduur nog steeds 36 uur per week (10 dagen van 7,2 uur staat in gewerkte uren gelijk aan 9 dagen van 8 uur). Ook aan zijn vakantiereservoir van 172,8 uur verandert helemaal niets.
Maar wanneer de werknemer in dit rooster één 'dag' opneemt, wordt niet langer 7,2 uur afgeschreven, maar - uiteraard - 8 uur. Door het schuiven met werktijd is de waarde van één werkdag in dit rooster in plaats van 7,2 uur nu 8 uur geworden. Daarom bepaalt de cao in artikel 5.8 lid 2 dat het opnemen van vakantie- en verlofrechten altijd geschiedt in uren. Bij het opnemen van vakantie worden per keer zoveel uren afgeschreven als anders, zonder die opname, volgens dat rooster zou zijn gewerkt.