Arbeidsduur, roostervrije tijd, overmatige werktijd, atv
1. Wat is een “gemiddeld 36- (of 38-) urige werkweek”?
2. Wat zijn werkroosters? Hoe verhoudt zich dat tot arbeidsduur?
3. Wat is roostervrije tijd?
4. Is roostervrije tijd in de CAO geregeld?
5. Wat is overmatige werktijd?
6. Op hoeveel roostervrije dagen of uren heb ik recht?
7. Heb ik recht op vervangende roostervrije dagen als ik op vakantie ben geweest en/of als ik ziek ben geweest?
8. Kan roostervrije tijd samenvallen met een feestdag?
9. Heb ik als parttimer ook recht op roostervrije dagen?
10. Dient roostervrije tijd te worden bijgehouden in ‘dagen’ of in ‘uren’?
11. Kan roostervrije tijd worden uitbetaald
12. Wat is arbeidstijdverkorting (ATV) of Arbeidsduurverkorting (ADV)?
13. Heb ik recht op ATV (Arbeidstijdverkorting) of ADV (Arbeidsduurverkorting)?
1. Wat is een “gemiddeld 36- (of 38-)urige werkweek”?
In de functiegroepbepalingen van de cao is de 'normale arbeidsduur' vastgesteld als een gemiddeld aantal uren per week (of per vier weken). Het gemiddeld aantal uren verschilt per functiegroep.
Voor de niet-journalistieke functiegroepen (Deel I Algemeen) bedraagt de normale arbeidsduur gemiddeld 36 uur per week. Dat betekent dat de salarisgebouwen van de betreffende functiegroepen zijn gebaseerd op een werkweek van gemiddeld 36 uur. Voor journalisten (Deel II Journalistiek) wordt een referteperiode van gemiddeld vier weken genomen. Zo geldt voor publiekstijdschriftjournalisten, opinieweekbladjournalisten en vaktijdschriftjournalisten een gemiddelde arbeidsduur van 144 uur per vier weken. Voor dagbladjournalisten en huis-aan-huisbladjournalisten geldt een gemiddelde arbeidsduur van 152 uur per vier weken.
In de CAO voor het Uitgeverijbedrijf is de mogelijkheid geschapen om in individuele contracten met wederzijds goedvinden een gemiddelde arbeidsduur tot 40 uur per week af te spreken (artikel 1.4m van de cao).
Naar boven
2. Wat zijn werkroosters? Hoe verhoudt zich dat tot arbeidsduur?
Onder werkrooster wordt verstaan het tijdschema waarbinnen de arbeid volgens afspraak met de werkgever wordt verricht. Wanneer volgens het werkrooster per week méér uren worden gewerkt dan waarvoor men wordt betaald, dienen die meer gewerkte uren als roostervrije tijd te worden teruggegeven (behoudens overwerk). Zie hierna.
Naar boven
3. Wat is roostervrije tijd?
Roostervrije tijd is omschreven in artikel 1.4 sub r van de cao. Roostervrije tijd is in wezen vervangende vrije tijd binnen het werkrooster als compensatie voor te veel gewerkte tijd. Roostervrije tijd is het instrument om bij een feitelijk langere werkweek dan 36 uur per week (resp. 38 uur per week) individueel toch op dat gemiddelde van 36 (resp. 38) gewerkte uren te blijven uitkomen. Door middel van roostervrije tijd worden ‘te veel’ gewerkte uren per tijdseenheid op een ander moment binnen het werkrooster gecompenseerd door vrije uren in te roosteren. Roostervrije dagen ontstaan dus uitsluitend wanneer het feitelijke individuele rooster de door de cao bepaalde gemiddelde 36-urige (resp. 38-urige) werkweek overschrijdt. Roostervrije tijd is derhalve geen recht in de cao, het betreft uitsluitend een feitelijk compensatieinstrument in de vorm van ‘tijd voor tijd’. De cao laat roostervrije tijd als instrument toe om tegemoet te komen aan de wens van bedrijven om de bedrijfstijden binnen de eigen onderneming te verruimen. In de praktijk komt het regelmatig voor dat de arbeidsduur binnen de onderneming 40 uur per week bedraagt. Door de toepassing van het instrument van de roostervrije tijd wordt bereikt dat de individuele werknemer per saldo gemiddeld toch maar 36 uur (resp. 38 uur) per week werkt. Op die gemiddeld 36 uur zijn ook de salarisgebouwen in de functiebepalingen van de cao gebaseerd. Uitgezonderd zijn de salarisgebouwen voor Dagbladjournalisten en Huis-aan-huisbladjournalisten: die zijn gebaseerd op gemiddeld 152 uur per vier weken.
Naar boven
4. Is roostervrije tijd in de cao geregeld?
In artikel 5.1 van de cao is de mogelijkheid gegeven aan ondernemingen om binnen het zgn. dagdienstvenster (tussen 07.00 en 19.00 uur) met het decentraal overleg een eigen werktijdenregeling af te spreken. De cao biedt de mogelijkheid om met roosters te werken, maar treft geen aparte regeling voor roostervrije tijd. Dat is ook niet echt nodig. In de vast te stellen werktijdenregeling dient ook te worden voorzien in vervangende vrije tijd: roostervrije tijd.
In sommige van de voorheen geldende journalisten-cao's was de arbeidsduur omschreven als 152 uur per vier weken in combinatie met 13 roostervrije dagen. Feitelijk kwam dat neer op een gemiddelde arbeidsduur van 144 uur per vier weken, met een bij cao vastgelegde verdeling van vrije dagen.
Die afspraak geldt nog uitsluitend voor de individuele arbeidscontracten die onder die cao-bepaling zijn afgesloten indien dat in de arbeidsovereenkomst is benoemd.
Naar boven
5. Wat is overmatige werktijd?
Overmatige werktijd is een begrip uit de voormalige journalisten-cao’s en komt thans nog voor in de functiegroepbepalingen voor Dagbladjournalisten (artikel 13.7A van de cao) en Huis-aan-huisbladjournalisten (artikel 16.9 van de cao).
Met 'overmatige werktijd' wordt gedoeld op de tijd, die door de journalist in enig tijdvak (veelal van vier weken) meer is gewerkt dan zijn overeengekomen arbeidsduur. Overmatige werktijd wordt gecompenseerd door op een ander moment in het werkrooster vervangende vrije tijd te geven. Overmatige werktijd wordt dus gecompenseerd door roostervrije tijd (zie boven).
Naar boven
6. Op hoeveel roostervrije dagen of uren heb ik aanspraak?
Zie hiernaast "Wanneer bestaat aanspraak op roostervrije tijd?"
Naar boven
7. Heb ik aanspraak op vervangende roostervrije dagen als ik op vakantie ben geweest en/of als ik ziek ben geweest?
Nee, dat is niet het geval. Roostervrije tijd compenseert te veel gewerkte uren die niet door het reguliere salaris worden afgedekt. In perioden van afwezigheid, bv. vakantie of ziekte, kan er per definitie geen sprake zijn van teveel gewerkte uren. In die gevallen bestaat dus ook geen aanspraak op compensatie in de vorm van tijd voor tijd en derhalve geen aanspraak op roostervrije tijd.
Naar boven
8. Kan roostervrije tijd samenvallen met een feestdag?
Ja, dat kan. Roostervrije tijd is een compensatie-instrument dat uitsluitend wordt ingezet wanneer het noodzakelijk is om het evenwicht te behouden/bereiken tussen feitelijk gewerkte tijd en overeengekomen beloning in geval van per periode van wisselende werktijden. Ingeroosterde vrije tijd dient dus alleen maar om te voorkomen dat er meer uren worden gewerkt dan waarvoor men wordt betaald. Dat is het enige criterium. Wanneer een roostervrije dag (een ingeroosterde vrije dag) samenvalt met een feestdag, verandert dat niets aan het door het rooster beoogde en ook al bereikte evenwicht tussen gewerkte tijd en beloning.
Het gaat om het resultaat: zijn de gewerkte uren volgens rooster en de bijbehorende beloning met elkaar in evenwicht? Als dat evenwicht in het rooster al wordt bereikt door de betreffende feestdag, behoeft 'roostervrij' niet meer als compensatie-instrument te worden ingezet. Er zou ook gesteld kunnen worden dat de roostervrije dag vervalt zodra er op die beoogde dag reeds een feestdag staat gepland.
Verschuiven van de roostervrije dag 'wegens de feestdag' is niet aan de orde, omdat roostervrije tijd geen recht is op vrije tijd, zoals vakantie. Zie ook: Wat is het verschil tussen roostervrij en vakantie?
In het verleden bestond in sommige cao's een bepaling dat roostervrije tijd niet kon samenvallen met feestdagen in de zin van de cao, maar die bepaling is in deze cao vervallen.
De situatie waarin op een feestdag moet worden gewerkt, is geregeld in artikel 5.7 lid 3 van de cao.
Naar boven
9. Heb ik als parttimer ook recht op roostervrije dagen?
In principe niet. Wie per week feitelijk precies het aantal uren werkt waarvoor salaris wordt betaald, heeft per definitie niet te maken met te veel gewerkte tijd. In dat geval hoeft niet te worden gecompenseerd voor te veel gewerkte tijd.
Er bestaan echter situaties in de praktijk waarin aan parttimers in de arbeidsovereenkomst recht op roostervrije tijd is gegeven. Dat had historische gronden. Het bovenstaande heeft op die situaties geen betrekking.
Naar boven
10. Dient roostervrije tijd te worden bijgehouden in ‘dagen’ of in ‘uren’?
In het algemeen geldt dat zodra werktijden niet gelijk zijn verdeeld over vijf dagen per week, de registratie van roostervrije tijd, net als vakantierechten, het best kan geschieden in uren. In de cao wordt ook aanbevolen om over te gaan op een registratie van werktijden en vakantie in uren (artikel 5.8 lid 2) . Dat is de enige manier om zuiver met de arbeidsplichten en vakantierechten in het individuele geval te kunnen blijven omgaan. Zie ook: Vakantie en verlof in dagen en uren.
Naar boven
11. Kan roostervrije tijd worden uitbetaald?
Nee, dat kan nooit! Roostervrije tijd is een instrument om met de overeengekomen werktijd te schuiven. Roostervrije tijd heeft in die zin dan ook geen waarde en kan dus ook niet worden uitbetaald. Dat is het wezenlijke verschil met vakantierechten. Zie ook: Wat is het verschil tussen roostervrij en vakantie?
Zodra roostervrije tijd zou worden uitbetaald, wordt de overeengekomen arbeidsduur ondergraven omdat er dan meer wordt gewerkt en betaald dan de cao toelaat. Voor overschrijding van de werktijd die niet gecompenseerd wordt door roostervrije tijd biedt de cao andere regelingen (meerwerk en overwerk).
In situaties parttime situaties waarin structureel meer wordt gewerkt dan het overeengekomen aantal uren in de arbeidsovereenkomst, dient het aantal uren (individuele arbeidsduur) in de arbeidsovereenkomst te worden aangepast. De cao staat toe dat in individuele gevallen een individuele arbeidsduur tot gemiddeld 40 uur per week mag worden overeengekomen (artikel 1.4m van de cao).
Naar boven
12. Wat is arbeidstijdverkorting (ATV) of ADV (Arbeidsduurverkorting)?
Arbeidstijdverkorting (ATV) is de éénmalige operatie uit het verleden om de tot dan toe geldende urennorm (40) in de CAO te verlagen (via 38 naar gemiddeld 36 uur per week). Door de urennorm in de cao stapsgewijs terug te brengen van 40 naar 36 uur per week werd beoogd uitbreiding van werkgelegenheid te realiseren. Arbeidstijdverkorting maakte aldus herverdeling van werk mogelijk. Deze éénmalige operatie, het terugbrengen van de urennorm in de cao, werd en wordt aangeduid met arbeidstijdverkorting, afgekort tot ATV. Die situatie is niet meer van toepassing.
CAO-partijen hebben in 1985 uitgesproken dat “na het realiseren van de arbeidstijdverkorting (het eenmalig terugbrengen van de urennorm, stapsgewijs van 40 naar 36 uur per week) bij de bewaking van de nieuwe urennorm de bestaande systematiek in de cao dient te worden gevolgd, die de maximale arbeidstijd reguleert.” Daarmee werd in de uitvoering het volgende bedoeld:
I. Eerst is - stapsgewijs - de arbeidsduur teruggebracht van 40 naar gemiddeld 36 uur per week, waardoor éénmalig ATV-dagen zijn ontstaan. Daarover zijn destijds, éénmalig, afspraken gemaakt.
II. Daarna, nl. ná het bereiken van de nieuwe urennorm van gemiddeld 36 uur per week, diende deze nieuwe urennorm te worden bewaakt. Daarvoor werd de bestaande systematiek gehandhaafd, nl. de Regeling Overmatige Werktijd/ Regeling Roostervrije tijd.
Resumerend: uit het voorgaande blijkt dat ATV-dagen en roostervrije dagen niet hetzelfde zijn.
13. Heb ik recht op ATV (Arbeidstijdverkorting) of ADV (Arbeidsduurverkorting)?
Nee. De bedrijfstak Uitgeverijbedrijf kent sedert 1985 geen arbeidstijdverkorting meer. Zie hierboven.
ATV-dagen bestaan sedert lang niet meer. Om de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur te bewaken wordt de systematiek van de roostervrije tijd toegepast.
Ten onrechte wordt in de praktijk nog vaak gesproken over ATV-dagen, die men zou hebben naast vakantiedagen. Het begrip ATV wordt aldus onjuist gebruikt. Wat thans in de praktijk wordt bedoeld met vrije tijd naast de vakantiedagen zijn de roostervrije dagen. Het gaat nl. altijd om vervangende vrije dagen in het werkrooster voor in enige periode teveel gewerkte tijd. Zie ook hierboven.
Naar boven